Fukuoka, een charismatische stad op het meest Zuidelijke eiland van Japan, dat op 1100km ligt van Tokyo. De meeste gaan er met het vliegtuig heen, maar gezien ik een handige rail pass heb, neem ik de trein. Ik voorzie een half uur buffer om van mijn strandhotel in het station van Tokyo te geraken maar de verbinding tussen monorail, metro, trein en Shinkansen zijn telkens zo ver, dat ik mijn buffer volledig opgebruik. Ik ben al moe gesleurd alvorens ik aan de Shinkansen aankom, dankzij mijn loodzware valies vol chocolade, sojasaus, boeken en thee. Ik stap op een trein omringd door buitenlanders, maar wanneer ik in Fukuoka aankom, blijf ik als enige buitenlander over. Kyushu is een minder populaire bestemming. Het is een machtig eiland van palmbomen en altijd warm weer. Voor de kersenbloesems is het spijtig genoeg nog een paar weken te vroeg. 19 jaar geleden was ik hier in de zomer voor een studieprogramma aan de universiteit van Kyushu. Ik leerde er over landbouw en Japanse literatuur. Toen logeerde ik bij deze lieve mensen, een koppel Yumiko en Norihiro Shibata en hun dochter Natsumi. Ik ga hen vandaag bezoeken onderweg naar het Zuiden. Het is een melancholisch gevoel om de Japanse tatami kamer binnen te gaan. De geur van toen is er nog steeds, alleen is de tatami duidelijk versleten en is de kamer ondertussen volgestouwd met popjes die in een glazen vitrinekast staan. De airco staat overal op 26 graden, want 10 graden buiten vinden ze erg koud. De zon valt binnen in de kamer en we halen de rest van de namiddag herinneringen op terwijl we gerstthee drinken. Ik herinner me dat het gebruik van Smartphones of een eigen laptop laat staan Ipad toen nog niet bestond. Er was boven een grote kamer met een computer met internet. Die mocht ik gebruiken, wanneer ik terugkwam van de universiteit. Ik hield er mijn blog bij en stuurde mails naar het thuisfront. Af en toe zou ik wat foto's uploaden van mijn digitale olympic camera die ik in Big Camera had gekocht. Ik voel me precies een Dinosaurus als ik bedenk dat we nu bijna 2 decennia later zijn en alles zoveel veranderd is. Ook het huis is minder levendig: de vogel is gestorven en de honden ook. Er lopen nog 3 langharige katten rond die ook al een decennium meegaan. Natsumi toont me haar prachtige juweeltjes die ze gemaakt heeft tijdens haar ziekte. Natsumi is al erg lang ziek, sinds haar geboorte. Ze heeft een levertransplantatie gehad 18 jaar geleden, maar heeft heel veel last van de medicijnen die dit ondersteunen waardoor haar nieren aangevallen worden. Mijn bezoek heeft haar de energie om op te staan en te eten. We eten een feestelijk maal voor Hinamatsuri, het festival van het meisje en de gezondheid van kinderen, een traditioneel shintoistische feestdag op 3 maart. Er is misosoep met haar eetbaar speelgoedballetje, sashimi, rijst en nori. Ook de mentaiko, koolviskuit ontbreken niet. Japanners gaan ook steeds 's avonds in bad nadat ze gedoucht hebben. Ze gebruiken lang hetzelfde water en warmen dat elke dag op, vooraleer ze erin gaan. Het werkt erg ontspannend voor het slapen gaan. De volgende dag gaat mijn tocht verder naar het Zuiden, Kagoshima, de grootste thee producerende regio van Japan. Daar ga ik theeboer van mijn favoriete Gyokuro thee bezoeken.